donderdag 17 november 2016

Loononderhandelingen aan banden gelegd.

In 1996 is er een wet op het concurrentievermogen ingevoerd. Deze wet wordt nu aangepast en strenger gemaakt, zodat er in de praktijk geen ruimte om te onderhandelen over zal blijven.

Wat staat in de oorspronkelijke wet van 1996?
• Om de twee jaar wordt in het najaar nagegaan welke de verwachte loonstijgingen zijn in onze 3 buurlanden voor de volgende 2 jaar (bijvoorbeeld 6%).
• Er word een schatting gemaakt van de inflatie in België over de volgende 2 jaar, en de hoogte van de indexaanpassingen (bijvoorbeeld 4,5%).
• Het verschil tussen beide percentage vormt de loonnorm, die een leidraad vormt voor de onderhandelingen (bijvoorbeeld: 6% - 4,5% = 1,5%).
Volgens de regering blijft de loonhandicap te groot en dus wil men de wet strenger maken.

De aanpassingen aan de wet:

*De loonnorm wordt altijd bindend
Lange tijd was de loonnorm indicatief. Dit wil zeggen dat hij richting gaf aan de onderhandelaars, maar dat men niet verplicht was zich aan dit percentage te houden. Later werd de loonnorm meer en meer een maximum, en probeerde men de marge voor onderhandelen te beperken tot de loonnorm. De nieuwe afgeslankte loonnorm wordt een absoluut maximum, bij wet vastgelegd.

*Andere berekening loonhandicap
In de oude wet hield men rekening met de RSZ bijdrageverminderingen voor werkgevers om de vergelijking te maken met de buurlanden. Men hield nooit rekening met andere loonkostenverlaging, inzake bv. bedrijfsvoorheffing voor ploegenarbeid (+- 6miljard).
Nu zullen ook nieuwe loonkostenverlagingen ( zoals bv. de recente taks-shift : 4miljard ) niet meer worden meegerekend om de loonnorm te bepalen. De loonkost voor werkgevers daalt wel, maar daar mogen werknemers niets van krijgen.

*Komende jaren geen marge
De vroegere loonnorm was het verschil tussen de verwachte loonstijgingen in de buurlanden, en de verwachte indexering in België.
Vanaf nu zal men de verwachte loonstijgingen in de buurlanden minimaal inschatten en de indexering bij ons maximaal inschatten.
Volgens de regering blijft er een loonhandicap (opgebouwd sinds ’96 ) van 1% die men van de loonnorm moet aftrekken.
Daarnaast voorziet de regering nog een veiligheidsmarge, die 1/4de bedraagt van de marge die nog overblijft, met een minimum van 0,5%

*Alles wordt meegerekend
Wat valt allemaal onder de loonnorm? De lonen zelf, uiteraard. Maar in het verleden kon men daarbuiten wel blijven onderhandelen over een aanvullend pensioen, een cao 90, of maatregelen in het kader van de gelijkstelling van arbeiders en bedienden. In de toekomst zal dit niet meer kunnen. Dan wordt alles meegerekend.

*Zelfs geen garantie op index en baremieke verhogingen
Net zoals in de oude wet wordt niet geraakt aan de index en de baremieke vergoedingen. MAAR wanneer de regering oordeelt dat de loonhandicap niet wordt weggewerkt, kan ze extra maatregelen nemen om de resterende handicap weg te werken.
Lees : dan kan ze de index en de baremieke vergoedingen toch in vraag stellen.

*Sancties
De naleving van de wet zal effectief worden gecontroleerd (in de oude wet bleef dit dode letter). Er komt een geldboete voor de werkgevers die de loonnorm niet respecteren. De maximale boete bedraagt 30.000 euro per werknemer, met een maximum van 100 werknemers.

Conclusie: Door de aanpassingen aan de wet van 96 zullen we de komende jaren geen loonsverhogingen kunnen onderhandelen.